Friday, August 27, 2010

Injabulo


Kristal writes:
Ngolwesibili 24 August
Beiden met de computer op schoot schrijven Josh en ik voor onze blog. De wind ruist door de acacia, die als een beschermende koepel over ons huis gebogen staat. Voor hoe lang deze boom hier nog zo zal staan is de vraag. Ross vertelt dat vele onderzoekers denken dat de vlotte sterfte van de acacia’s te danken is aan de olifanten die hun weg vinden door het bos… Echter zo vervolgt hij, vele acacia’s in de omgeving sterven langzaam door gebrek aan water. De bast van onze acacia brokkelt langzaam af en vele torren, kevers en mieren vinden er hun woonplaats.
Een van de zaden van de acacia, boonvormig, cirkelt naar beneden en valt naast onze tafel neer.  Af en toe komt de geur van het vers gebakken rozijnen-kaneel brood ons vanuit de keuken tegemoet. 
De natuur om ons heen is zo rijk en lijkt met iedere dag rijker te worden. Mijn ogen worden meer en meer geopend voor haar schoonheid.
Vanmorgen, Josh net op pad met zijn collega’s, word ik blij verrast door het bezoek van vele dieren aan ons huis. Zebra’s, nyala’s, wildebeest, impala’s en everzwijnen komen voortdurend langs op hun tocht naar voedsel en naar het water dat dichtbij ons huis te vinden is.
De everzwijnen komen in grote getalen; ik vraag mij af of het voeren van gisteren wel zo’n goed idee is geweest. De everzwijnen zijn nou niet de charmantste dieren om constant in onze tuin te hebben. Ik probeer ze dus voorzichtig uit onze tuin te gebieden, plots komt een van hen in volle vaart naar mij toe rennen. Mijn hart gaat als een razende te keer… gelukkig neemt hij een wending en verlaat de tuin. Gelukkig, ik zou die hoektanden liever niet in mijn been hebben!  
Ik vraag Ross of de olifanten ook hun weg vinden langs ons huis. Hij zegt dat zij hier geregeld langs komen, maar voornamelijk in de nacht. Overdag zijn zij hier niet te vinden.

De natuur en cultuur nodigen mij uit tot leren. De taal is uitnodigend; met vele voor mij nu nog onlogische vervoegingen en vele woorden voor hetzelfde voorwerp. Ross en Josh ratelen soms in Zulu en ik pik soms een woord op van wat zij zeggen. Ik schrijf veel; zodra ik de woorden het opgeschreven in mijn rode notitieboekje vergeet ik ze niet meer.


Een vogeldrinkplek zal mij helpen gauw de veelvoorkomende vogels hier te gaan herkennen. Ross, Josh en ik zijn van plan er een van cement te gieten. In Nederland ken ik veel vogels, bomen, struiken en planten bij naam en hier moet ik echt weer bij het begin beginnen en opnieuw leren.
Ik ben op mijn hoede als ik hier rond loop; luister naar ieder geluid. Je zou misschien denken dat het onveilig voelt om zo tussen al het wild te leven, maar zo ervaar ik het helemaal niet. Het is een grote eer om hier met alle dieren samen te leven.
Tijdens het wassen van onze kleren op de veranda bijvoorbeeld, staan de impala’s nog geen tien meter verderop rustig te grazen. Vogels zingen hun hoogste lied. Ik geniet. 

Wat een luxe is het om hier niet als gast te zijn. In het bijzijn van de gasten voel ik me ongemakkelijk; ik weet dat zijn heel veel betaald hebben om hier op vakantie te komen.
De omgang met de staff daarentegen is heel vrij en vanmiddag mogen we weer mee op game drive. Josh kent veel van hen nog van zijn tijd bij de &Beyond Foundation. &Beyond is de organisatie die Phinda runt en de &Beyond Foundation biedt de lokale bewoners hulp.
De leerkrachten op de reguliere scholen in heel Zuid-Afrika staken op het moment, dus Mbeki (werkzaam voor de Foundation) kon ons nog niet zeggen wanneer we de lokale scholen kunnen bezoeken. We zien volgende week of we langs kunnen gaan. Ik krijg er erg veel zin in! De mensen zijn zo vriendelijk en ik kan niet wachten meer over hun cultuur te leren. Josh steekt mij aan door zijn verhalen over het werken met zijn Zulu-collega’s.   
De game drive en vooral het staartje ervan geeft mij een enorm goed gevoel!
Vrijwel meteen als we vanuit ‘the sandforest’ het open veld oprijden zien we twee Chita’s op een heuvel. Zij liggen rug aan rug, ieder met uitzicht over een helft van het terrein. Zo slapen zij terwijl ze de gehele omgeving nauwlettend in de gaten houden.




De ranger, Dumi, vertelt ons tijdens de game drive over de Lala Palm. Deze palmboom heeft zaden die de Zulu’s gebruiken om wijn van te maken. Van deze wijn slaap je heel erg goed; vandaar dat deze palm ‘Lala’ (Slaap) Palm wordt genoemd.
Ik pluk een aantal van de zaden, die mooi in de palm van je hand passen. De zaden zijn heel erg hard en ik vraag me af welke dieren deze zaden kunnen eten. De olifanten kunnen dat. Voor de Lala Palm zijn de olifanten dus van levensbelang voor de verspreiding van de zaden via de ontlasting.



Na het strekken van onze benen bij ondergaande zon, onder het genot van warme chocolademelk met amarula (het typische bush drankje), rijden we in de richting van de hyena den. In eerste instantie lijkt het alsof de hyena’s de den al verlaten hebben om te jagen, maar even later zien we vader, moeder en twee vier maanden oude jongen. Met het rode filter op de lamp, die niet schadelijk is voor de dieren, kunnen we de hyena’s moeiteloos volgen. Moeder voedt haar jongen rustig terwijl we toekijken.
De gasten van de lodge, wij rekenen onszelf tot de staff, krijgen als verrassing een bush dinner. Wij wachten bij het vuur, omringd door vele papieren lampionnen, op de trackers/spoorzoekers die ons mee terug nemen naar de lodge. Josh stelt mij voor aan een oude vriend, de kok, Sam. Sam werkt hier al vanaf 1990, het jaar dat Phinda werd opgericht.  
Ik klim voorin de bakkie naast een van de trackers; we gaan allemaal naar huis. Wat is het leuk om mijn zulu meteen te kunnen gebruiken! We wisselen namen uit en al gauw praatten we over van alles en nog wat, engels en zulu afgewisseld. Zijn naam is Jabulani, dat ‘happy’ betekent. Vanaf de beginjaren van Phinda werkt ook hij in het natuurgebied. Ik word enorm blij om deze mens, ook al is het maar kort, even echt te ontmoeten. Wat een verschil is het om de taal een beetje te spreken. De glinstering in de ogen en de lach is het harde leren zeker waard.
Debora, de vriendin van Ross, schuift ‘s avonds bij ons aan. Ik hoor van Ross dat ook zij zingt. We praten over het koor, bestaande uit zes zulu-vrouwen, waarin zij traditionele zulu-liederen zingt. Ik vraag haar of ik een keer met haar mee kan komen naar de repetitie. Natuurlijk kan dat! Wow, ik kan niet wachten!!
Ngolwesithathu 25 August
Ik zing de dag tegemoet. Josh’ gitaar is lang niet zo goed als mijn gitaar, maar ik begin er aan gewend te raken. Zouden de dieren reageren op mijn spel?
Ik zit onder de acacia in de zon… Ik krijg grip op nieuwe akkoorden. Deze omgeving is inspirerend. De eerste klanken van nieuwe nummers ontstaan.  
‘s Avonds na onze maaltijd, waarbij de oranje maan ‘inyanga’ vanachter de bomen hoger en hoger aan de hemel rijst, krijgen we onze eerste karate les van Ross. Ross’ enthousiasme slaat vrijwel onmiddellijk op ons over. Lager door de knieen, zegt hij, je voeten naar voren en je benen naar buiten gericht. Onze bovenbenen zijn niet gewend aan de training, maar ik geniet van de bewegingen. Ross legt uit dat een van je handen, je korte arm, altijd op je heup moet steunen. Hij heeft het over een plek waar vrouwen van houden.. Ik begrijp niet wat hij bedoeld?! Dan snap ik dat hij het heeft over het botje op je heup: Josh en ik lachen, want natuurlijk weet ik wat hij bedoeld als hij zegt dat vrouwen daarvan houden.
Karate, zo vertelt Ross, is een sport waarbij je al je spieren evenveel leert trainen. Zonder kracht, alleen vanuit de beweging leert het je gebalanceerd te bewegen. Ik word me bewust van spieren die ik niet vaak gebruik. Morgen weer een nieuwe ronde!

No comments:

Post a Comment